Longen
COPD
2.1.2 Praktijkorganisatie
1. Basis van zorg in de huisartsenpraktijk is het scenario van huisarts en praktijkondersteuner.
Andere zorgscenario’s (huisarts en longverpleegkundige) moeten inhoudelijk aan dezelfde norm
kunnen voldoen als deze;
2. De praktijkondersteuner moet binnen de praktijk voldoende uren kunnen worden vrijgemaakt om
de werklast aan COPD-zorg te kunnen voldoen. Een richtlijn hiervoor is:
•POH 100-120 minuten/COPD-patient;
•huisarts 45-50 minuten/COPD-patient.
Daarnaast moet tijd worde besteed aan scholing. In de aanvangsperiode zal de belasting nog
groter zijn. Voor een normpraktijk komt dit op 70 uur POH inzet (exclusief scholing).
3. De praktijk moet beschikken over aparte werkruimte voor praktijkondersteuner met spirometer
met grafische curve en systematiek voor goede beschikbaarheid resultaten in de praktijkvoering.
De meter moet geijkt worden conform de beschreven eisen.
4. De werkruimte van praktijkondersteuner dient de beschikking te hebben over:
•voorlichtingsmateriaal;
•weegschaal en lengtemeter (geijkt).
a.Er is een spreekuursysteem dat de consulten zoals genoemd in volgende hoofdstukken mogelijk
maakt, met oproepsysteem en voorziening voor oproep bij verzuimde contacten.
(zie bijlage 16, Oproepsysteem, blz. 56);
b.Er zijn vaste overlegmomenten tussen POH en huisarts, in de agenda gepland. Deze zijn zowel
gericht op consultbespreking als op structuurbewaking;
c.In een groep met meerdere huisartsen zal tenminste een van de huisartsen zich voldoende
specialiseren in COPD-zorg zodat hij de POH adequaat kan aansturen;
d.Huisarts en POH zullen de organisatie van hun COPD-zorg periodiek laten toetsen door een
consulent vanuit de kwaliteitscommissies. Visitatie zal in een 3-jarige cyclus blijven plaatsvinden
door een externe instantie (KOEL);
e.Praktijken die langdurig niet voldoen aan de hier genoemde voorwaarden zullen hier op worden
aangesproken door hun betreffende directie.